Burgemeester Willem Mol kreeg in 1871 toestemming om in de Kerkstraat in Gilze, tegenover de kerk een kuiplooierij op te richten, ongeveer 50 meter van de straat. De looierij was bestemd voor zijn zonen Piet en Bart Mol. Bart werd in 1896 lid van de Provinciale staten van Noord-Brabant. Hij trouwde in 1899 en verhuisde naar Heusden. Hij bleef mede-eigenaar van de looierij.
Piet bleef ongehuwd en woonde samen met twee ongehuwde zussen in de Villa Mol op de Tip. Piet bleef jarenlang looien. Na het overlijden van de twee broers werden de zussen Mol eigenaar van de looierij.
In 1939 mochten de verkenners uit Gilze een zolder van de looierij voor hun bijeenkomsten gebruiken.
In 1940 vorderden de Duitsers het clubhuis en het welpenhol naast de kerk. De welpen verhuisden naar de bovenste zolder en de vereniging Jonge Werkman naar de benedenverdieping van de looierij. In 1941 verbood de Duitse bezetter deze verenigingen.
Korte tijd later ging kolenhandelaar Piet van Engelen met zijn gezin in de looierij wonen. Wegens dreigend oorlogsgevaar moesten ze uit hun eigen woning, die vlakbij vliegveld Nerhoven stond. Deze familie heeft na de oorlog nog lang in de looierij gewoond. In 1963 kocht de gemeente de looierij aan en brak hem af.