Vanaf ongeveer 1328 hadden zowel de Abdij van Thorn als de Heer van Breda in Gilze een schepenbank. Ze hadden allebei bevoegdheden. De leden van de schepenbank van de Heren van Breda werden bijgestaan door de dorpsschout. Deze vertegenwoordigde de Heer van Breda en werd ook door hem benoemd. Er was ook een secretaris.
Tegen het einde van de zestiende eeuw werden aan de schepenbank een aantal gezworenen of gemeentemannen toegevoegd. Zij vertegenwoordigden bepaalde buurten of wijken. Zij moesten de schepenbank bijstaan bij het financieel beleid.
Sommige inwoners waren zowel schepen in de schepenbank van de Abdij van Thorn als in die van de Heer van Breda.