Om meer brandstof te sparen of voor een veiliger en regelmatiger vervoer van het Luftwaffe-personeel, legden de Duitsers in juni 1942 een spoorlijn aan tussen het vliegveld en kamp Prinsenbosch. Dit spoorlijntje liep vanaf het vliegveld via de Zuid-West-ingang (Bavelse poort) langs de Biestraat naar de Chaamseweg en verder langs deze weg tot in het kamp Prinsenbosch. Het was een smalspoor, waarover een locomotief met open wagentjes reed, die voorzien waren van banken. Een burgermachinist bestuurde het treintje. In 1944 werd het spoorlijntje opgebroken. Het moest dienst gaan doen om de miljoenen stenen, die gelost waren bij het Wilhelminakanaal, door het Broek naar het vliegveld te vervoeren. De Duitsers wilden het vliegveld nog verder uitbreiden. De bevrijding heeft deze aanleg uiteindelijk verhinderd.