Bij de komst van de zusters Franciscanessen in 1918 in Gilze, namen ze niet alleen de taak op zich om bejaarden te verzorgen in het Gasthuis, maar ze verzorgden ook zieken in het dorp. Vanaf de oprichting van het Wit-Gele Kruis Gilze en Hulten in 1919, waren tot 1986 een of meer zusters werkzaam in de wijkverpleging. Ook bij een besmettelijke ziekte waren er zusters beschikbaar. Toen in 1931 in Gilze difterie heerste, werd de boerderij de ‘Oude Pastorie’ gebruikt als barak voor besmettelijke zieken. Zuster Octavia verpleegde er 33 kinderen met deze ziekte. Zelf werd ze ook met difterie besmet.