Nadat ze in 1717 geslaagd was voor haar examen, werd Adriaantie Anthonissen Peeters beëdigd tot vroedvrouw. Ze was de vrouw van Hendrik Denijs Metsaarts. Van 1729 tot aan haar overlijden in 1746 was ze vroedvrouw in onze gemeente en kreeg ze jaarlijks ‘een tractement van 25 gulden als gesworen vroedvrouw dezer heerlijkheid’.
In die tijd kwam de hulp bij bevallingen van hulpvaardige moeders en buurvrouwen, bakers en opgeleide vroedvrouwen of vroedmeesters. Opgeleid betekende waarschijnlijk dat ze in ieder geval de eenvoudige hygiëne toepasten, meer dan de welwillende buurvrouwen.