Michiel Cornelis van Opstal volgde zijn vader op als chirurgijn in Gilze. Chirurgijns hadden niet gestudeerd; ze waren de voorlopers van de universitair opgeleide dokters en de huisartsen.
In 1633 kocht Michiel een stede op de Bolberg in Gilze. Hij ging er met zijn vrouw Maeijke Huibrecht Adriaen Belgiaerts dochter wonen (nu Alphensebaan 43). In de boeken is terug te vinden dat het armbestuur hem in 1634 vijf gulden en vijf stuivers betaalde ‘als meesterloon bij hem aan twee H. Geestkinderen verdient’ (arme kinderen). Het dorpsbestuur betaalde hem in 1641 voor het verbinden van gewonde soldaten. In 1652 kreeg zijn broer en voogd van zijn kinderen nog vijf gulden en tien stuivers uitbetaald voor diezelfde dienstverlening. Die rekening stond nog open; Michiel zelf was inmiddels overleden.
Behalve chirurgijn was Michiel van 1635 tot 1647 ook schepen van Gilze. Net als zijn vader was hij actief aanhanger van de gereformeerde godsdienst. Bij de oprichting van de Gereformeerde gemeente in Gilze stelde de Classis van Breda hem aan als diaken.