Op de hoek van de Nieuwstraat en de Korte Wagenstraat in Gilze bouwden de gebroeders Aarts in 1880 een woonhuis en een kuiplooierij. Beiden waren ongehuwd en hadden al gelooid bij hun boerderij op Klein Tilburg. (Daar werden in 2011 bij het plaatsen van een nieuwe schuur nog enkele looikuipen aangetroffen.)
Adriaan en Govert Aarts looiden samen in de looierij. In 1895 was er een boedelscheiding tussen de kinderen Aarts. Govert kreeg toen huis, erf en looierij toebedeeld. Hij had geen opvolgers en daarom kwam in 1899 Koos Aarts naar Gilze om bij zijn oom in de looierij te werken. In 1917 nam neef Koos de zaak van zijn oom over. Hij breidde de looierij in 1924 nog uit om een lederwals met elektromotor te plaatsen. Door het zoolleer te walsen kreeg het een vaste structuur. Koos was een van de weinige looiers die zelf zo’n wals had. In 1939 stopte hij met looien en liquideerde de zaak. De looierij die tegen het woonhuis aanstond werd in 1948 afgebroken.