In 1907 bouwde Hubertus Aarts, een neef van Kiske Vetleer (Cornelis Aarts), een lederfabriek aan de Stationsstraat in Rijen. De ontwerper van deze fabriek was broer Piet Aarts. De lederfabriek groeide en Piet werd medefirmant. In 1908 breidden de broers de fabriek uit. Dit was nodig voor de productie van drijfriemleder. In 1919 en in 1924 volgden nieuwe uitbreidingen en richtten ze de fabriek in met een stoommachine en andere machines. De fabricage van zool- en drijfriemleder had de overleerfabricage geheel verdrongen. In 1972 nam het bedrijf van Hub. J. Aarts zowel de fabriek Gebroeders Baeten als de fabriek Weduwe C. Aarts aan de Stationsstraat over. Maar ook de samenvoeging van de drie bedrijven hielp niet, ze redden het niet. Het verlaten complex aan de Stationsstraat werd bekend als ‘Het gat van Aarts’ en in 1987 volgebouwd met woningen.