De ambtswoning van de burgemeester aan de Nieuwstraat deed in 1944 tijdelijk dienst als raadhuis. Maar dat bleek niet echt een werkbare huisvesting te zijn. Het gemeentebestuur keek al snel uit naar een meer permanent gebouw, dat ruim en representatief was. Het zag wel iets in de uit 1892 daterende villa van mejuffrouw M. Mol, midden in het centrum van Gilze.
Op last van de bezetter had de eigenaresse de villa in maart 1941 verlaten. Het was wel gehavend uit de oorlog gekomen, maar na enig herstel bood dit huis voldoende ruimte. Op 27 februari 1946, voor aanvang van de raadsvergadering, wijdde de toenmalige pastoordeken J.F.J. van der Maden dit zesde raadhuis in. Het gemeentearchief kwam op de uiterst brandgevaarlijke zolder en de raadsvergaderingen werden gehouden in het oude raadhuis, Nieuwstraat 22.
Het was natuurlijk geen ideale oplossing en college en raad praatten intussen al druk over een nieuw te bouwen raadhuis, maar dat zou nog tot 1961 duren.