Arnoldus Teurlings uit Tilburg deed een verzoek aan het gemeentebestuur om een wind-, koren- en oliemolen te mogen bouwen, op een perceel dennenbos van Antonie van Riel, sectie A nr. 177 in Rijen, dat Fammesstee heette. Teurlings kreeg in 1835 de vergunning om op deze plaats te bouwen, waar later de Molenstraat kwam, de huidige Marijkestraat.
Op 19 juli 1840 brak er door blikseminslag brand uit in de molen. Leenert Buys uit Hulten, die toevallig met de hooiwagen langsreed, zag het gebeuren ‘op het oogenblik dat een bliksemstraal dien molen van onder op omvatte en naar boven slingerde’.
De burgemeester en een lid van de raad namen de schade op. Die bedroeg in totaal ƒ 8.958,00, zo staat in het proces-verbaal. In juli 1845 brak er weer brand uit. De molen stond in ‘lichte laaye’. De toegesnelde hulp kon niets meer redden. Schade ƒ 9.000,00.
In 1846 verzocht Arnoldus Teurlings om een schorsbemaling te mogen inrichten.