Terug naaar Tijdmachine

1328

Secretaris van de schepenbank nader bekeken

De Heer van Breda benoemde rond 1328 de secretaris van  de schepenbank. Ter ondersteuning van de schepenbank en van de schout. Hij en de schout waren vele jaren de enige geletterden in het lokale bestuur. Hij moest de administratie doen, vooral op financieel gebied en de belastingen; hij maakte allerlei akten, brieven, overdrachten en verklaringen en dergelijke op, die de inwoners voor de schepenen bevestigd of vastgelegd wilden hebben; hij hield de zogenaamde vestbrieven en collectatieboeken (met daarin de opgebrachte belastingen) bij. Ook de jaar- of dorpsrekening opmaken was zijn taak. Door middel van deze rekeningen legde de schepenbank verantwoording af van haar financieel beleid en beheer. Vaak had de secretaris ook nog een ander beroep, zoals koster, schoolmeester en stokhouder (vendumeester/veilingmeester). Ook kwam het voor dat één persoon het ambt van schout en dat van secretaris vervulde.