Terug naaar Tijdmachine

992

Eerste vorm van lokaal bestuur

De abdij van Thorn had het kerkelijk en wereldlijk bestuur in haar tiendgebieden en op haar goederen al vroeg georganiseerd. Lang voordat rond 1328 een Bredase schepenbank werd ingesteld, had ‘Den Ouden Hof’ van Gilze haar eigen ‘schepenen’. Vanuit hier werden de goederen van de abdij beheerd en de belangen van haar onderhorigen in Gilze, Oosterhout, Ginneken, Bavel, Princenhage, Etten, Rijsbergen en Sprundel behartigd. Drie leden van het hof waren afkomstig uit Gilze zelf, twee uit Oosterhout, één uit Ginneken en één uit Hage of Rijsbergen. Zij moesten trouw zweren aan de ‘Genadige Vrouwe van Thoor’ en onroerend goed van de abdij in gebruik hebben. Het hof vergaderde tweemaal per jaar onder leiding van de meier en moest dan alle voorkomende zaken afdoen. Zoals overdrachten van goederen, waarvoor aan de abdis of de abdij cijns of rente of roggepacht verschuldigd was; uitspraak doen over geschillen en over vervolging wegens wandaden; waken over de eigendommen en rechten van de abdis en de abdij; toewijzen van voogden aan wezen; dagvaarden in verband met arbeidslonen etc.