Vanaf 1797 kende Gilze een medicinae doctor (doctor in de medicijnen). Die was universitair opgeleid en mensen konden er met hun inwendige ziekten terecht.
Met de komst van de Fransen in 1795 waren de chirurgijngilden opgeheven. Iedereen kon zich vanaf dat moment als heelmeester vestigen. De geneesheren en chirurgijns kwamen daartegen in opstand. Hieruit kwam de eerste geneeskundige staatsregeling van 1804 voort. De geneeskundigen werden in twee rangen verdeeld: de wetenschappelijk opgeleiden (medische faculteit van een universiteit) en daarnaast de praktisch gerichte geneeskundigen, die opgeleid waren aan de klinische scholen. Christiaan Janssens was de eerste medicinae doctor die zich in Gilze vestigde.