De naam van Cornelis Janssen Wouterssone komt in 1606 en 1632 in vestbrieven voor met de toevoeging chirurgijn in Gilze. In dat laatstgenoemde jaar kocht hij een ‘stede, huijsinge, hovinge met heure toebehoorte, groot omtrent een bunder, gestaen ende gelegen is onder Ghilze te Verhoven’. In een visitatieverslag van het bisdom Antwerpen uit 1620 staat bij Gilze de aantekening ‘de familie van meester Cornelius, de chirurgijn, is ketters ende aanhangster van de nieuwe religie’. Cornelis hoorde kennelijk tot de kleine groep gereformeerden die in Chaam en Gilze woonde. Als chirurgijn werd Cornelis opgevolgd door zijn zoon Michiel Cornelis van Opstal (1633). Chirurgijns hadden niet gestudeerd; ze waren de voorlopers van de universitair opgeleide dokters en de huisartsen.