Vroeger was het heel gebruikelijk om bier en wijn te drinken. Het water dat uit de pomp kwam, was immers vaak minder gezond. Maar in de jaren ’30 van de 19e eeuw kwam er steeds meer verzet van onder andere de Volksbond tegen drankmisbruik. Dat leidde tot de invoering in 1881 van de Drankwet. Herbergen en cafés moesten vanaf die tijd een vergunning aanvragen (en betalen) als ze sterke drank wilden schenken. En er kwam een maximum aan het aantal te verlenen vergunningen. In Gilze en Rijen waren er vanaf dat moment nog maar twaalf vergunningen toegestaan, terwijl er in 1881 op 45 plekken sterke drank werd geschonken. Het aantal vergunningen kwam pas in 1924 op het toegestane aantal.