Jacques van Asten had in de wijk Verhoven in Gilze een huis dat uit twee verdiepingen bestond en daarom Het Hooghuis werd genoemd. Het was een grote boerderij en lag op de kruising van de huidige Ridderstraat en Biestraat/Molenschotsedijk. Van Asten was secretaris van het dorpsbestuur van Gilze en Rijen van 1631 – 1649. Bovendien was hij koster van de katholieke kerk. Maar na de Tachtigjarige oorlog mocht hij als katholiek deze twee functies niet meer uitoefenen. Hij werd toen secretaris van Den Ouden Hof, de schepenbank van de abdij van Thorn. In 1664 begon hij in Het Hooghuis een bierbrouwerij die na zijn dood overging naar zijn derde zoon, Willem van Asten. Maar die was kapitein in het leger en ging daarom niet in Het Hooghuis wonen. Daar bleef zijn broer Huijbert die al eerder het werk van zijn vader had overgenomen. Hij werd dus brouwer, maar volgde ook zijn vader op als secretaris van Den Ouden Hof. Na het overlijden van Huijbert van Asten in 1702 verpachtte zijn vrouw een aantal percelen grond en dat betekende het einde van de familie Van Asten in Gilze. Daarna raakte Het Hooghuis in verval en 1801 werd ‘hof en erf, daar waar het hooghuis op gestaan heeft’ verkocht.