Adriaan Anssems had rond 1765 een herberg op de Haansberg, een buurtschap tussen Rijen en Hulten. In 1798 mocht hij bier en jenever leveren bij het feest na het planten van de Vrijheidsboom (net als herberg Leemans). Vanaf 1826 was de herberg met logement, ook Huis Halfweg genoemd, eigendom van twee van zijn kinderen, Mattheus en Catharina. Hij lag op de plek waar nu de Europalaan op het industrieterrein in Rijen begint (op de hoek van de Julianastraat in Rijen lag ook een herberg die in 1888 Halfweg werd genoemd, het latere ’t Hoekske). Rond 1826 was de nieuwe Rijksweg daar in gebruik genomen, althans het gedeelte tussen Breda en Tilburg. Pas in 1838 was de hele weg van Middelburg naar ‘s Hertogenbosch klaar. Het was een goede herberg om te vertoeven. In de volksmond had niemand het over Huis Halfweg, maar over Herberg Kaatje Anssems. In 1833 werden de militairen van het Kamp van Rijen hier ingekwartierd. En Koning Willem II werd hier in 1841 ontvangen toen hij op doorreis was naar Breda. Het gemeentebestuur had voor een praalboog gezorgd. Na het overlijden van broer en zus Anssems werd de herberg verkocht aan Willem Aarts die hem tot 1898 openhield. Toen werd de herberg en logement gesloten. Het bleef wel een woning, maar die werd bij een bombardement in 1944 helemaal verwoest en is daarna afgebroken.