Jaoneke de Vet looide al vanaf 1872 bij de ouderlijke boerderij op de Vossenberg in Gilze. Hij kocht in 1887 een kuiplooierij in de Nieuwstraat. Hij looide daar twee jaar en liet toen - in 1889 - ongeveer 150 meter zuidelijker een nieuwe looierij bouwen. Jaoneke was ongehuwd en woonde met zijn zus samen. Om de voorzetting van de looierij te garanderen, haalde hij zijn neef Kees de Vet in de zaak. Kees werd rond 1914 eigenaar van de looierij. Jaoneke liet een nieuwe woning bouwen en ging rentenieren.
Kees de Vet zag wel iets in een nieuwe en snelle manier van looien. Samen met looier Arnold Verster besloot hij om in 1923 achter de looierij een nieuwe lederfabriek te bouwen met daarin walkvaten en andere machines. Samen gingen ze verder onder de naam Firma de Vet & Verster. De oude looierij werd afgebroken om plaats te maken voor een kantoorgebouw.
