Op de hoek van het huidige Steenakkerplein en de Abdis van Thornstraat in Gilze stond de kuiplooierij van Willem Joosen. Hij had die in 1899 laten bouwen. Willem was in 1889 als knecht vanuit Baarle-Nassau naar Gilze gekomen om daar het vak van leerlooien te leren. Hij trouwde in Gilze met Johanna Everts, een dochter van de kastelein op De Tip. Ze gingen in het huis naast de looierij wonen.
Tussen de huiden die de looiers verwerkten, zaten soms huiden van koeien die aan miltvuur waren gestorven. Dat is een besmettelijke ziekte. Daarom moesten de looiers uitkijken dat ze geen wonden aan hun handen hadden, anders konden ze besmet raken. Willem liep zo’n besmetting op en overleed binnen zes dagen in de leeftijd van 33 jaar.
De weduwe Joosen-Everts ging met haar drie kleine kinderen bij haar vader inwonen en verhuurde woning en looierij aan Janus Klaassen uit Rijen. In 1921 verkocht ze de panden aan Kees van Gestel die er tot 1933 looide. Hij verkocht woning en looierij in dat jaar aan een beleggingsmaatschappij, die ze beide verhuurde. De looierij is nog een tijd in gebruik geweest als schilderswerkplaats. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de zolder ingericht als klaslokaal, omdat de Duitsers de jongensschool hadden gevorderd. Om voldoende licht te hebben, kwamen er aan de zuidkant drie grote ramen. Na de oorlog is de looierij nog in gebruik geweest als noodwoning. Rond 1977 werd ze afgebroken voor woningbouw.
