Gust Hoevenaars trouwde in 1879 met Anthonetta v.d. Noort en ging op de Tip (nu Bisschop de Vetplein 13) in Gilze wonen, in het huis van zijn opa Augustinus de Bont. Gust runde daar een herberg en zijn vrouw een kruidenierswinkeltje. In 1894 kreeg hij toestemming om achter zijn woning een kuiplooierij op te richten. Later kwamen daar ook zijn zonen Bart, Janus en Kees Hoevenaars werken. Bart vertrok in 1918 naar Dongen en de tweeling Janus en Kees Hoevenaars gingen een samenwerking aan met hun neef Kees Hoevenaars. Dat was een zoon van oom Jan, die een looierij had in de Kerkstraat. Samen lieten ze achter de looierij van Aug. Hoevenaars aan de Oranjestraat een grote lederfabriek bouwen en gingen daar verder onder de naam vachelederfabriek firma A.J. Hoevenaars-van de Noort. De oude looierij en de lederfabriek werden in 1944 bij een bombardement zwaar getroffen. Wederopbouw was niet mogelijk en de restanten werden afgebroken.