In de negentiende eeuw werd in Gilze op 1 augustus, het feest van Sint Petrus Banden, een jaarfeest gehouden. De relikwie van Sint Petrus werd dan vereerd en buiten de kerk kwamen allerlei venters, kramers en straatmuzikanten om hun waren te slijten. Ook bedelaars kwamen dan naar Gilze, maar die zorgden op een bepaald moment voor te veel overlast. Vanaf 1913 werd er in Gilze in oktober een heel eenvoudige kermis georganiseerd. Dat gebeurde in de Kerkstraat en de kermis bestond eigenlijk alleen maar uit een stuk of zes kramen die snoep verkochten. Maar er waren ook fietswedstrijden en volksspelen. Na drie kermisdagen, van zondag tot en met dinsdag, was er altijd de daaropvolgende zondag nakermis. In 1920 verhuisde de kermis naar het Steenakkerplein en groeide langzaam met een draaimolen, een luchtschommel en een cakewalk tot de kermis zoals die nu is en nog steeds jaarlijks op het Steenakkerplein en in de Kapittelstraat wordt gehouden.
In Rijen waren er rond 1900 bijna twintig veemarkten per jaar. Die werden gehouden in de kom van het dorp. De veemarkten zijn na de Tweede Wereldoorlog gestopt. In 1935 werd er op initiatief van Rijens Belang grond gekocht voor de aanleg van een markt- en kermisterrein op de plek waar nu het Burgemeester Sweensplein ligt. Tot die tijd stonden de kermisattracties op verschillende plaatsen door het dorp verspreid. De kermis met jaarmarkt wordt nog elk jaar in oktober gehouden.
Hulten en Molenschot kennen pas vanaf eind jaren zeventig van de vorige eeuw een eigen kermis. De kermis in Molenschot is eind juli rond de naamdag van St. Anna. De St. Annakapel wordt dan drukbezocht door bedevaartgangers uit het hele land. In Hulten is al enkele jaren geen kermis meer.