Toen J. Botermans zijn stoomroomboterfabriek in 1903 moest sluiten, richtten de Gilzer boeren de Coöperatieve Vereniging De Goede Verwachting op. Deze vereniging huurde het gebouw en de inventaris van J. Botermans en verwerkte de melk voor haar leden. De fabriek begon met de productie van boter en kaas. P. van den Wildenberg werd er directeur. In 1904 bouwde ‘De Goede Verwachting’ een eigen fabriek aan de huidige Lange Wagenstraat. In 1921 begonnen ze met de verkoop van consumptiemelk langs de deur. De Zuivelfabriek draaide goed tot 1947, toen kreeg de fabriek een andere naam en gingen ze andere producten maken. In 1983 kwam door een fusie met de Coöperatieve Zuivelvereniging Campina BA een einde aan het bedrijf en daarmee een definitief einde aan de historie van ‘De Goede Verwachting’.