De kleine boer had altijd gebrek aan geld en moest regelmatig bij een koopman, fabrikant of winkelier lenen. Vaak tegen een hoge rente. De NCB (Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond) maakte de boeren bekend met het coöperatieve landbouwkrediet. De plaatselijke Boerenleenbanken hebben met hun lage rente (4%) en gemakkelijke voorwaarden het leven van veel boeren verlicht.
In 1919 nam de Coöperatieve Roomboterfabriek ‘De Goede Verwachting’ in Gilze het initiatief tot oprichting van een Boerenleenbank waarvan de directeur van de Roomboterfabriek de eerste kassier was. Toen de bankzaken zich steeds meer uitbreidden moest het bestuur van de bank uitkijken naar een ander kantoor. Ze vonden dat in 1963 in de woning van Jan Rouws aan de Raadhuisstraat 2, die tevens de kassier werd. Van 1968 tot 1997 zat de bank in het nieuwgebouwde pand Raadhuisstraat 32 en in 1997 kocht de Rabobank de pastorie aan het Bisschop de Vetplein en verbouwde dat pand tot bankgebouw.