Adrianus de Vet begon in 1872 een leerlooierij bij zijn ouderlijke boerderij in Gilze op de Vossenberg.
In 1889 bouwde hij een nieuwe looierij aan de huidige Nieuwstraat in Gilze. De naam was Leerlooierij Adr. De Vet. Zijn neef Cornelis de Vet kwam bij hem werken om hem later op te volgen.
Johannes Verster uit Loon op Zand trouwde met Anna Rubbens uit Gilze en ging looien in een looierij die zijn schoonvader Rubbens in 1880 had gebouwd. Dit was Leerlooierij Joh. B.L. Verster (nu Versterstraat). In 1906 breidde hij deze looierij uit. Er stond toen al een stoommachine. Zijn zoon Arnoldus Verster volgde hem op.
In 1923 besloten Cornelis de Vet en Arnoldus Verster om een nieuwe lederfabriek te bouwen aan de Nieuwstraat en verder te gaan onder de naam Vachelederfabriek Firma de Vet en Verster.