Christ en Bart Martens richtten in 1939 een lederwarenfabriek op, op het adres Pastoor Gillisstraat 30 in Rijen. De productie bestond uit boodschappentassen, riemen en andere kleine snuisterijen van leer. De doorbraak kwam met het produceren van schoenranden. Sierlijke randen die gretig aftrek vonden, vooral bij schoenfabriek Bata in Best.
Omdat de ruimte te klein werd en ze het leer zelf wilden gaan maken, gingen de broers op zoek naar een fabriek die geschikt was om huiden te looien.
Er werd een looierijtje gekocht achter Café Nooten in de Stationsstraat. In 1950 kochten ze het pand Stationsstraat 112a (later 78a). In 1953 bouwden ze een nathuis aan het pand. De naam werd Lederfabriek Gebr. Martens B.V.
Naast leer voor schoenranden maakten ze ook leer voor de kleinlederwarenindustrie.
Vele jaren later is er nog een kinderschoenfabriek opgestart, maar dat bleek geen succes.
In 1971 werd Henk Martens (1940) de nieuwe directeur. Perkament maken en lederen lampenkappen produceren, hadden grote invloed op het voortbestaan in een moeilijke tijd.
In 1973 brandde het bedrijf tot de grond toe af. Maar in 1974 stond er een nieuw modern pand. Met de nieuwe naam Martens Leder BV.
Vijf jaren lang was Martens Leder BV de enige in Nederland die deze leren kappen maakte. Ruim twintig jaar lang brachten ze dit product op de markt.
Intussen werden de tijden steeds zwaarder voor de lederindustrie. Niet alleen de concurrentie uit de lagelonenlanden, maar vooral ook de maatregelen die de overheid oplegde, drukten zwaar op deze industrie. Noodgedwongen moest Martens Leder BV de productie in 2000 beëindigen.