Na de oprichting van een Naamloze Vennootschap werd in 1911 de lederfabriek Noord-Brabant opgericht en aan de Julianastraat gebouwd.
Het pand was vier verdiepingen hoog, 54 meter lang en 44 meter breed. De fabriek was compleet ingericht met machinekamer, schoorsteen en watertoren. Er stonden machines en walkvaten in om zool- en drijfriemleder te maken.
Tussen 1913 en 1916 werd het gebouw nog enkele keren uitgebreid tot een lengte van 94 meter en een breedte van 54 meter. Tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog stagneerde de productie om vanaf 1923 weer te stijgen tot duizend huiden per week. In 1925 waren dat er zelfs vijftienhonderd. Er werkten toen 120 personeelsleden. Er werd in een drie-ploegensysteem dag en nacht gewerkt.
De croupons kwamen op de markt onder de naam ‘Roode-Reijen’.
Zowel in 1926 als in 1944 brak er brand uit in de fabriek. In september 1944 was dat als gevolg van een bombardement, bedoeld voor het vliegveld. Het bedrijf werd door meerdere voltreffers geraakt en brandde vervolgens grotendeels uit. Na de oorlog werd het bedrijf weer opgebouwd.
Het instorten van de zoolledermarkt betekende het einde van de leerfabriek in 1954.
Joh. Verbunt uit Dongen kocht dat jaar het bedrijf.