In 1913 namen de gebroeders Theeuwes de chroomlederfabriek van F. en H. Verheijden aan de Hoofdstraat in Rijen over. Ze brachten meteen enkele verbeteringen in het looiproces aan en breidden het bedrijf uit. Na de tweede uitbreiding in 1922 kwamen ze uit op een weekproductie van vijfhonderd huiden per week. In 1923 kwam door splitsing van het bedrijf de overlederfabriek in handen van G.A. Theeuwes-Peeters, die het bedrijf voortzette onder de naam Rijensche Chroomlederfabriek G.A. Theeuwes. In 1927 voerde het bedrijf de productie op tot dertienhonderd huiden per week.