Vanaf 1860 had Cornelis Aarts, bijgenaamd Kiske Vetleer, een kleine leerlooierij aan de voormalige hoofdweg, de huidige Stationsstraat in Rijen. Hij was de beste vetleerlooier uit de omtrek, die zijn vakkennis aan veel jonge looiers heeft doorgegeven. De zoons van Cornelis Aarts bouwden een grotere kuiplooierij en zetten de zaak van wijlen hun vader voort onder de naam Weduwe C. Aarts. Zij maakten niet alleen vetleer maar ook blank tuigleer en kuipgelooid zoolleder. Hun zaak en manier van werken vormden als het ware een overgang van de oude naar de nieuwe tijd.