In de Mindelperiode, 500.000 jaar geleden, was de opbouw van het landschap in onze regio al in volle gang. Voorlopers van onze huidige rivieren Rijn en Maas zetten op de zeebodem gigantische hoeveelheden fijn zandig materiaal en klei af. De wind verstoof het zand over grote oppervlakten als dekzand. Maar voor onze dorpen zijn vooral de kleiformaties uit deze periode belangrijk. Die kwamen door de werking van de bodem op winbare diepte omhoog. Deze afzettingen noemen we de Formatie van Kedichem.