Na de grote watersnoodramp in Zeeland en West-Brabant op 1 februari 1953 kwamen evacués naar het Kinderkamp aan de Oosterhoutseweg in Rijen. Ze kwamen uit Lage Zwaluwe, Krabbendijke en Zevenbergsche Hoek. Ze werden ook gehuisvest op Kamp Prinsenbosch in Gilze, in de gebouwen van de Rijksluchtvaartschool op de vliegbasis en bij particulieren in Rijen. Met behulp van vele vrijwilligers kregen ongeveer tweehonderd mensen onderdak en eten. Na drie weken konden de eerste evacués al weer naar huis, maar veel mensen moesten langere tijd blijven, omdat hun woning was vernield of onder water stond.