Rijens Belang vroeg in 1928 het gemeentebestuur de mogelijkheden voor de aanleg van een openbare gasvoorziening te onderzoeken. Een jaar later, in 1929 had de belangenvereniging in Rijen voldoende handtekeningen verzameld om tot een rendabele exploitatie te komen. In Gilze was niet voldoende belangstelling. Daarom drong Rijens Belang erop aan niet langer op Gilze te wachten en met de aanleg te beginnen. Het jaar daarop besloot de gemeente met de aanleg te starten, maar in Gilze. Er kwam een hoofdleiding van Tilburg naar Gilze om het ingekochte gas naar Gilze en Rijen te transporteren. Toen de werkzaamheden in Gilze klaar waren, besloot het gemeentebestuur de officiële ingebruikstelling van de gasvoorziening al te vieren. De verontwaardiging in Rijen was algemeen, de inwoners waren zwaar teleurgesteld en vonden het vernederend. De affaire zou dan ook de geschiedenis ingaan als ‘de gaskwestie’. Rijens Belang weigerde aan de feestelijkheden deel te nemen.