De grondwetherziening van 1917 zorgde voor het algemeen kiesrecht voor mannen; in 1919 werd dat uitgebreid met het kiesrecht voor vrouwen. Maar er viel niet altijd iets te kiezen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Werd er maar één kandidatenlijst ingeleverd of stonden er op de ingeleverde lijsten maar net zoveel kandidaten als er leden te kiezen waren, dan kwamen er geen verkiezingen.
In 1919 werden er in Gilze en Rijen voor de eerste keer twee lijsten ingeleverd: één met flink wat kandidaten uit de verschillende delen van de gemeente en één met daarop als enige kandidaat P.A. Graafmans J.B. Zn. uit Gilze. Het gemeentebestuur moest deze laatste lijst ongeldig verklaren, omdat de handtekeningen niet aan de wettelijke eisen voldeden. Het hoofdstembureau moest daarop vaststellen dat de eerste elf kandidaten van de ‘goede lijst’ waren benoemd. Er hoefde niet gestemd te worden.
In de jaren daarna liep het aantal kandidatenlijsten op van twee in 1919 naar twaalf in 1974. In 1939 bijvoorbeeld waren er elf lijsten voor dertien zetels. En het aantal liep ook weer terug: anno 2014 werden er vijf kandidatenlijsten ingediend.