De gemeente moest in 1814 voorraden levensmiddelen en haver en hooi leveren aan bivakkerende Russische, Pruisische en Saksische troepen. In totaal leverde ze voorraden en diensten ter waarde van 28.000 gulden aan de Kozakken. Dit bedrag was dan nog exclusief de uitgaven die inwoners al deden voor zware inkwartieringen van de cavalerie. De gemeente moest zoveel leveren, dat ‘wij bijna geheel van haver en hooi uijtgeput bennen’.