Tijdens de oorlog van de Republiek der Nederlanden tegen Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen (1672-1678) drukten zware oorlogslasten op de inwoners van onze dorpen. Ze moesten extra belasting (halve ponden) betalen. Uitzonderingen werden er gemaakt voor geïnundeerde gronden (opzettelijk onder water gezet) en voor gronden waarover de vijand al belasting vorderde of die waren afgebrand.
Uit Gilze namen troepen diverse paarden mee.
In 1677 moest herbergier Van den Corput aan 68 Fransen eten en drinken geven om te voorkomen dat ze zouden gaan plunderen. Ondanks dat hij aan die eis voldeed, plunderden ze uiteindelijk toch.