Bij de Provincie kwamen halverwege de negentiende eeuw veel klachten binnen over de wegen van Dongen en van Gilze en Rijen. Maar de Provincie kon niets voor deze gemeenten betekenen. Daarom besloot Dongen om zelf voor verbetering van de belangrijkste verkeersader te zorgen. Ze sloot een overeenkomst met Gilze en Rijen die inhield dat Dongen een grindweg zou aanleggen vanaf de Groenendijkse haven over Dongen door Rijen naar de Rijksweg. Gilze en Rijen betaalde een bijdrage van 4000 gulden. De Provincie financierde overigens de helft van de kosten. In 1852 werd het werk aanbesteed en een jaar later in 1853 was deze eerste grindweg voltooid. Rijen was volgens de eisen van die tijd voor het verkeer ontsloten.
In 1904 werd de grindweg, door moeilijkheden met Dongen, aan de gemeente Gilze en Rijen overgedragen. Geleidelijk werd de grindlaag door een keibestrating vervangen.