Terug naaar Tijdmachine

1812

Naar een nieuwe politieorganisatie

De veldwachters waren de opvolgers van de vorsters en ondervorsters. In 1812 werden ze eerst champêtre  genoemd en vanaf 1815 veldwachter. Onder de regering van Koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) kwamen er vergaande veranderingen, onder andere op het gebied van openbare orde en veiligheid. Ook tijdens de inlijving bij Frankrijk (1810-1813) veranderde er veel. Na het vertrek van de Fransen kwam er een eigen politieorganisatie, maar er een samenhangend stelsel van maken mislukte. Rijkspolitie, gemeentepolitie (veldwachters) en marechaussee kwamen naast elkaar te staan. De verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid in de plattelandsgemeenten bleef bij de maire (later de burgemeester) en zijn adjudant.
Nederland kende gemeenteveldwachters en rijksveldwachters. De gemeenteveldwachters hadden alleen bevoegdheid binnen de eigen gemeente. Daarom hadden ze vaak ook een aanstelling als onbezoldigd rijksveldwachter, dan konden ze ook over de gemeentegrens optreden tegen stropers en smokkelaars. Afgemeten aan het salaris dat hij verdiende, werd het beroep van veldwachter niet zo belangrijk gevonden. In veel gevallen moest hij zijn inkomen aanvullen met andere baantjes.