Vroeger kreeg iemand een premie voor het schieten van een vos. Er was overlast. Maar in 1734 was dit niet meer nodig; de premie werd afgeschaft. In 1796 kwamen er weer klachten binnen over schade door vossen. Die klachten bleven aanhouden en in 1803 was er zoveel schade door rondzwervende vossen aangericht, dat er weer een premie werd ingesteld. Inwoners kregen ƒ 1,50 voor iedere gedode vos. En werd er bij de generale jacht een vos gedood, dan kreeg de jager ƒ 2,50.