In 1876 telde de openbare school van meester Van den Wildenberg 118 jongens en bijna geen meisjes meer. Die waren massaal overgegaan naar de Sint Joseph-meisjesschool, opgericht in 1870. Alle leerlingen zaten in één ruimte, ‘het schoollocaal’ - het gebouw van 1821. Daarom schreef het schoolbestuur naar de Koning met de vraag om geld voor de bouw van een nieuwe school. De beschikbare subsidie bleek te laag, de bouw ging voorlopig niet door. Intussen werd de situatie er niet beter op. In mei 1881 besloot de gemeenteraad kinderen jonger dan zes jaar niet meer toe te laten. Pas in februari 1882 viel het besluit om te gaan bouwen. ‘Ter plaatse waar het oude gebouw staat, met enige uitbreiding, ook naar de zijde van het kerkhof’. Het gebouw zou zo’n tachtig jaar meegaan. In 1967 werd het als oudste gedeelte van de jongensschool aan de Raadhuisstraat gesloopt.