Eeuwenlang was de pest onder de bevolking zeer gevreesd en werd deze ziekte als volksvijand nummer één gezien. In de tweede helft van 1625 deed de pest opnieuw haar intrede in de gemeente; de ziekte teisterde heel de streek. En behoorlijk lang. Zo was er in 1661 een verbod van de schout op het binnenkomen van mensen uit plaatsen waar deze ziekte(n) heerste. In 1667 werd de ‘pestmeester ende sieckentrooster’ van Breda gevraagd om een visite af te leggen bij Anneke Cornelus Goijaerts op ’t Haensbergh; ze was besmet. Schout Van Berckel moest hiervoor een voorschot betalen van 7-11-0 gulden.