Terug naaar Tijdmachine

1709

Pachter Prinsenhoef in de problemen

De Prinsenhoef  in Hulten werd steeds voor zes jaar verpacht. Maar pachter zijn op de hoeve was niet altijd een vetpot. In januari 1709 bijvoorbeeld waren het slechte tijden voor hoevenaar Jacobus Paulussen. Hij kon de pacht niet meer betalen, omdat de oogst van de rogge was mislukt. Met grond die niet geschikt was voor andere zomervruchten, kon hij nu alleen nog maar boekweit zaaien. In oktober van datzelfde jaar zat hij weer in de problemen: alle velden, weilanden en hooilanden waren onder water gelopen en hij moest zelfs zijn vee op weilanden van andere boeren laten grazen. Daar kwam bij dat hij in 1702 en 1703 door verscheidene doortochten van Engelse en andere troepen geplunderd en van goederen beroofd was. In september 1717 leed Jacobus door een storm weer veel schade aan de boerderij; de gaten zaten in het dak. Jacobus kon de huur niet betalen.
Maar het zal niet altijd zo problematisch geweest zijn op de hoeve. Veel pachters van de Prinsenhoef, en ook Jacobus, verlengden hun pachtcontract na zes jaar.