De periode 1568-1648 noemen we in de vaderlandse geschiedenis de Tachtigjarige Oorlog. Het is de oorlog tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje. Inzet was de onafhankelijkheid van Nederland. In deze periode waren er vaak legers in en rond Gilze, Rijen, Hulten en Molenschot gelegerd. Spaanse troepen, maar ook regelmatig Staatse troepen. Ze vroegen de bevolking om leveringen en diensten. Kregen ze die niet, dan stichtten ze brand en plunderden. Dat gebeurde vele malen.
Zo moesten inwoners van alle dorpen in de Baronie van Breda bijdragen aan de bouw van de vestingwerken van de stad Breda. Ook moesten ze voedsel leveren voor de troepen die in en rond de stad lagen, en hooi en haver voor de paarden van de diverse legers. Het dorp Gilze verplichtten ze om 84 bomen te leveren voor de bouw van de Spaanse vloot.
Het kwam ook voor dat troepen het platteland rondom Breda leegroofden om te voorkomen dat de vijand hiervan kon profiteren. Beide partijen maakten zich hier schuldig aan.