Begin oktober 1944 waren de geallieerden opgerukt tot aan Alphen, waar zich het front bevond. Hierdoor kwam Gilze in de frontlinie te liggen. Omdat de Duitsers hardnekkig standhielden bij Alphen, lag Gilze drie weken bijna dagelijks onder geallieerd artillerievuur. Buiten Gilze hadden de Duitsers zich bij hun kanonnen ingegraven, die verspreid stonden opgesteld, onder andere langs de Alphenseweg in de bossen. Bij geallieerde beschietingen vanuit deze stellingen viel op 5 oktober 1944 een slachtoffer en brandde een houten clubgebouw af. In de nacht kwam op de Bolberg in Gilze nog een kind van drie maanden om het leven.