Terug naaar Tijdmachine

1857

De schoolwet van 1857 ingevoerd

De schoolwet van 1857 was bedoeld om het onderwijs te verbeteren. De overheid stelde nu ook hogere eisen aan lokalen en onderwijzers. De scholen moesten kwekelingen (studenten) door bevoegde krachten vervangen.
De verplichte vakken waren voortaan lezen, schrijven, rekenen, taal, vormleer, geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde en zingen. De gemeente moest van alles regelen en toezicht houden. Ze deed dat met - ook weer verplicht - vragenlijsten, die ze de onderwijzers voorlegde. In 1859 bleek daaruit bijvoorbeeld dat de onderwijzer in Gilze voor eigen rekening een aardglobe had aangeschaft. Andere hulpmiddelen die genoemd werden in het verslag waren leesboekjes, een letterkast, leestafels, letterplanken, een rekenraam, maten en gewichten, landkaarten en ‘leijen’.
De wet liet nu ook toe dat er katholieke scholen werden gesticht. Maar die moesten zichzelf bedruipen. Terwijl de overheid de openbare scholen uit de staatskas betaalde.