Terug naaar Tijdmachine

1825

Eerste ondermeester nodig in Gilze

Gregorius Schrauwen werd erg gewaardeerd als onderwijzer in Gilze. Zelfs zo dat de grote toeloop aan leerlingen een ondermeester nodig maakte. Maar de gemeente had daar geen geld voor over. De burgemeester schreef in 1825 aan de gouverneur van de provincie dat de financiële toestand van de gemeente het niet toeliet een ondermeester aan te stellen. Met toestemming van de schoolopziener mocht Schrauwen zich in de laagste klassen wel door een vergevorderde leerling laten assisteren. De kwekeling zou er een boek voor krijgen. De eerste kwekeling die zo het vak leerde was in 1825  Adriaan van den Corput. Nicolaas Haagh volgde hem in 1829 op; Petrus van Poppel in 1835. Alledrie zetten ze na hun ‘opleiding’ in Gilze, hun loopbaan voort in dorpen in de omgeving.