Terug naaar Tijdmachine

1648

Schepenbank hield tijdsaanduiding bij

Nadat de overheid de kerken in Gilze en in Rijen in 1648 in beslag had genomen, werden de kerkgebouwen beschikbaar gesteld aan de gereformeerden. De torens kwamen in handen van de schepenbank. Die kreeg zo de zorg voor de openbare tijdsaanduiding. Dat was toen erg belangrijk omdat niemand of bijna niemand een eigen horloge had. Nicolaas Michielsen, van beroep smid, werd in 1654 belast met het ‘stellen’ en ‘gade slaan’ van de klok of uurwerk in Rijen. In 1762 verrichtte Cornelis Anssems deze taak zowel in Gilze als in Rijen.
Doordat de schepenbank verantwoordelijk was voor de juiste tijdsaanduiding, bleef het de taak van de gemeente. In 1820 sloot de gemeente een overeenkomst met het parochiebestuur over het medegebruik van de toren en de klokken. In Rijen betaalde de gemeente ƒ 10,00 voor een heel jaar, in Gilze leverde dit baantje ƒ 25,00 op.