Terug naaar Tijdmachine

1440

Gebruik van woeste gronden

Tussen de verschillende dorpen lagen vaak uitgestrekte woeste gronden, heidevelden en bossen, die dikwijls bij de zogenaamde gemene gronden, gemeijnten of vroenten hoorden.
De inwoners van de nabijgelegen dorpen mochten hier onder bepaalde voorwaarden gebruik van maken. De dorpsgemeenschap moest de Heer van Breda daarvoor een jaarcijns betalen, een soort jaarcontributie. Deze gronden voor gemeenschappelijk gebruik waren aan de zuid-, west-, noord- en oostzijde van Gilze te vinden en tussen Molenschot en Rijen, richting Oosterhout.
In 1440 werden er voor het gebruik twintig regels opgesteld; in 1475 werden ze weer aangevuld.